Waarom e-learning


E-learning is de verzamelnaam voor leren (gestuurd en zelfgestuurd) met behulp van de mogelijkheden van ICT (in het bijzonder internettechnologie). Aanvankelijk werd gesproken over web based leren, teleleren of online leren. Analoog aan ‘e-business’ en ‘e-commerce’ wordt sinds ongeveer 1999 de term ‘e-learning’ gebruikt.

 

De mogelijkheden van internettechnologie zouden de traditionele manier van leren kunnen helpen verbeteren. Zowel binnen het reguliere onderwijs als binnen post-initiële opleidingen, zoals bedrijfsopleidingen. De verwachting was dat leren met behulp van het internet effectiever, efficiënter en aantrekkelijker zou worden. Internettechnologie zou het mogelijk moeten maken om complexe taken te leren binnen krachtige, flexibele en zogeheten ‘authentieke’ leeromgevingen. Bovendien leek de technologie veelbelovend in het licht van het inrichten van leerprocessen waarbij de lerende en het leerproces centraal staan en interactie en communicatie een centrale rol spelen.

 

Aanvankelijk werd e-learning gedefinieerd als het volledig online volgen van cursussen, opleidingen en trainingen. Veel deelnemers hadden kritiek op deze manier van leren. Het was een eenzame manier van leren, die vooral gericht was op het consumeren van informatie. Als reactie hierop werd gekeken naar de mogelijkheid om individueel online leren te combineren met groepsbijeenkomsten waar interactie plaats vond. Dit werd rond 2001 ‘blended learning’ genoemd.

 

Rond 2003 kwam er kritiek op deze ‘formele manier’ van leren. Er werden vraagtekens gesteld bij de verhouding tussen de kosten en baten van opleidingen. Organisaties zouden meer gebruik moeten maken van de expertise van medewerkers, en hun werknemers moeten faciliteren om kennis en ervaring ook met behulp van ICT te delen. Er zou meer nadruk moeten worden gelegd op ‘informeel leren’.

 

Bij informeel leren is geen sprake van een ‘sociaal contract’ tussen een organisatie en de lerende. De lerende neemt zelf het initiatief voor het leren, en wordt hiertoe hooguit gefaciliteerd door een organisatie. In de praktijk gaven organisaties lerenden in toenemende mate meer invloed geven op leerdoelen, leeractiviteiten, leerinhouden en de setting waarbinnen geleerd wordt. Dat betekent dat lerenden hun leerproces ook binnen cursussen en trainingen meer zelf kunnen sturen. Vandaar dat we liever spreken over gestuurd en zelfgestuurd leren, in plaats van over formeel en informeel leren.

 

In de loop der jaren is de kwaliteit van e-learning verbeterd doordat organisaties door ervaring veel beter weten wat werkt en wat niet werkt. Verder is al met al de veelzijdigheid van e-learning in de loop van de jaren fors toegenomen. Dat heeft enerzijds te maken met steeds meer technologische mogelijkheden, en door veranderende opvattingen over onderwijs, opleiden en leren.  Binnen het onderwijs en arbeidsorganisaties wordt het belang van actief leren en zelfgestuurd of zelfgeorganiseerd leren in toenemende mate onderstreept, gefaciliteerd en erkend. De leerfunctie binnen arbeidsorganisaties verandert van opleiden naar leren & ontwikkelen met behulp van ICT.

We zullen dit illustreren aan de hand van voorbeelden bij redenen om e-learning toe te passen.

 

Waarom e-learning?

 

Er zijn grofweg vijf redenen om e-learning toe te passen:

1.      ICT kan de flexibiliteit van onderwijs, opleiden en leren vergroten. Daarbij gaat het om tijd- en plaatsonafhankelijk leren, leren in eigen tempo, leren wanneer je wilt leren en leren naar behoefte. Mobiele, draadloze en zelfs draagbare technologie versterken deze flexibiliteit nog verder. Dankzij deze technologieën is het ook gemakkelijker geworden om op de werkplek met ICT te leren.

2.      ICT vergroot de leeromgeving van lerenden. Dankzij ICT doorbreek je de muren van de organisatie. We beschikken niet alleen over een enorm en zeer divers scala aan bronnen, maar we kunnen bovendien dankzij sociale media binnen een breed netwerk -binnen en buiten organisaties- kennis uitwisselen. Bovendien bieden zogenaamde massive open online courses ons de mogelijkheid om met duizenden tegelijkertijd tegen zeer lage kosten te leren van experts van vooraanstaande universiteiten.

3.      ICT faciliteert krachtige leeromgevingen. Dankzij ICT is de gereedschapskist van docenten, opleiders en lerenden sterk uitgebreid. We beschikken over specifieke leertechnologieën zoals leermanagement systemen en toetsapplicaties maar ook over technologieën die niet voor leerdoeleinden zijn gemaakt en wel voor leren worden gebruikt. Sociale media zijn daar een voorbeeld van.
Drie voorbeelden van krachtige leertechnologieën zijn:

·         Serious games en simulaties stellen je in staat om een complexe werkelijkheid in een veilige situatie en op een interactieve manier te bestuderen. Daarbij kun je het gedrag van lerenden monitoren.

·         Het gebruik van online video voor het presenteren van authentieke cases, voor het demonstreren van vaardigheden, voor het illustreren van concepten, voor het geven van instructies (die lerenden in eigen tempo kunnen bestuderen), voor ’story telling’ en voor het creëren van producten door lerenden.

·         Het gebruik van student response systemen voor het in kaart brengen van voorkennis, het peilen van meningen, het checken van begrepen uitleg of het betrekken van ’stille’ lerenden bij de les. Met behulp van deze applicaties kun je hoorcolleges of lessen meer interactief en activerend maken wat de effectiviteit ten goede komt.

4.      ICT kan onderwijs, opleiden en leren efficiënter maken. Het aanbieden van meer leeractiviteiten tegen lagere kosten is van oudsher een belangrijker drijfveer geweest voor e-learning. In de praktijk bleek dat een lastige opgave te zijn. Toch zijn er genoeg cases bekend waarbij het gebruik van ICT heeft geleid tot lagere kosten voor opleiden. We doelen dan niet alleen op internationaal opererende bedrijven die fors konden snijden in reis- en verblijfskosten. Een Nederlandse zorginstelling heeft bijvoorbeeld ook berekend dat het ‘blended’ maken van een BHV-cursus kan leiden tot lagere kosten doordat de BHV-medewerkers via blended learning minder tijd kwijt waren aan de BHV-cursus dan bij een traditionele aanpak. Het gevolg was dat de instelling veel minder kosten hoefde te maken om deze medewerkers te vervangen. Bovendien kunnen dankzij ICT processen als het inschrijven voor cursussen dankzij ICT efficiënter worden georganiseerd.

5.      ICT kan betrokken een beter zicht geven op de voortgang. Door gebruik te maken van online systemen is steeds meer bekend over hoe deelnemers leren, en welke progressie zij boeken. We beschikken over steeds geavanceerdere technologieën om leerprocessen te analyseren. Deze tools voor ‘learning analytics’ bieden organisaties en individuen meer zicht op de kwaliteit van leren en opleiden. Tegelijkertijd beschikken we over toepassingen als ‘badges’ om kleinschalige mijlpalen te belonen. Onderzoek laat zien dat dit de motivatie van lerenden ten goede komt.

 

Meer informatie: Rubens, W. (2013). E-learning. Trends en ontwikkelingen. Middelbeers: Uitgeverij InnoDoks. ISBN boek: 978-94-90484-03-3. ISBN ePUB: 978-94-90484-04-0